Vandaag kreeg ik een harde les. Mijn voorgevoel had me al gewaarschuwd maar naïef als ook ik soms ben luisterde ik er niet naar. En dat heb ik geweten…
Maar oh wat ben ik tegelijk een enorme bofkont dat ik de liefde van de paarden heb. ‘Mijn’ Wendy, die nooit een blad voor de mond neemt weet op deze momenten altijd precies wat ik nodig heb.
Zeer diep geraakt wil ik niets liever dan tussen de paarden zijn. Siësta de super coach om hulp vragen… wat is er nou eigenlijk gebeurd? Wat deed ik fout? Deed ik het eigenlijk wel fout? Waarom raakt dit mij zo? Ik ga zitten in de aarde en zij komt bij me staan maar antwoord komt er niet. Dan komt Wendy. Wendy die het liefst non stop gras eet. Wendy die zo lelijk kan doen. Wendy die direct reageert en daarbij heel duidelijk is.
Daar in de volle graswei komt ze naar me toe. Ze stuurt Siësta weg en komt pal naast me staan. Dat enorme paard, dat gerust haar benen uitslaat als iets haar niet bevalt, dat staat daar en laat haar hoofd boven dat van mij hangen. Als een beschermer waakt ze over me zolang als dat ik nodig heb. Het maakt niet uit of dat ik daar 5 minuten zit of 5 uur. Niks kan je deze eigenaardige merrie afdwingen maar als je klein en kwetsbaar bent dan zorgt ze voor je zoals een moederkloek haar kleintjes onder de vleugels neemt.
En dan maakt het niet meer uit hoe hard iemand op je ziel heeft gestaan want deze liefde is zoveel groter. Zo allesomvattend en puur. Ik bedank haar voor haar liefde en hulp en ga met een leeg hoofd weer naar huis.