Menu Sluiten

Het doosje

spiegel, gevoeligheid

Een klein meisje komt ter wereld met een doosje met een naam erop. Ze kreeg het van haar vader. Het was het enige wat ze kreeg, tot groot ongenoegen. Ze besloot de naam te veranderen maar het doosje bleef aan haar kleven. Ze groeide op tot een mooie jonge vrouw die genoot van het leven. De mannen lagen aan haar voeten maar niet één was er goed genoeg. En toen kwam hij binnen, haar grote liefde. Charmant en zelfverzekerd veroverde hij haar. Ze trouwden en hadden een leven vol van avontuur. Ze kregen kinderen en ook die gaven ze een goed leven. Maar alles heeft zijn prijs en het doosje herinnerde haar eraan dat het leven niet altijd over rozen gaat. De avonturen gingen over in tegenslagen en de eenzaamheid kwam om de hoek. Het gewicht van het doosje trok haar de diepte in. Haar man kon dit niet aanzien en uit liefde nam hij het doosje van haar over. “Liever ga ik dan jij en hij dook ermee de diepste zee in. Hij wilde het naar de diepste bodem brengen zodat het nooit meer tot last kon zijn.

Hun zoon stond nog aan het begin van zijn leven. Op zoek naar zijn vader vond hij het doosje dat weer aangespoeld was maar zijn vader zag hij nooit meer terug. Hij hield zich groot en sterk maar het doosje viel hem zwaar. Hij voelde dat ook hij langzaam de diepte in gezogen werd. Zijn vrouw wilde niet dat hij ging dus offerde ze zich uit liefde op. “Liever ik dan jij” ze nam het doosje van hem over maar het was niet aan haar om het te dragen en ze begroef het in de tuin. Toen hun dochter op een dag buiten aan het spelen was vond ze het doosje. Ze had geen idee wat het was of van wie maar het zag er mooi uit. Ze stopte het in haar zak en droeg het met zich mee.

De dochter groeide op en was vergeten dat ze het doosje met zich meedroeg. Zonder het te begrijpen voelde ze de diepte die aan haar trok. Op een dag gaf de jonge vrouw zich eraan over maar het leven was haar welwillend. Het is nog niet jouw tijd en ze gaven haar een reden om bij de diepte weg te blijven. Ze kreeg een prachtige dochter. Maar ook dit had een prijs. Haar kind kreeg ook een doosje mee, hetzelfde doosje met een andere naam. Ineens herinnerde de jonge vrouw het doosje dat zij ooit gevonden had. Onbevreesd als ze was besloot ze het open te maken en te kijken wat er in zat. Ze herkende meteen de vrouw en ineens begreep ze wat ze in handen had en waarom het zo zwaar woog. Ze wist dat het tijd was om het doosje terug te geven.

Op een dag legde ze daarom ongemerkt het doosje terug bij de ondertussen oud geworden vrouw. “Ik zie dat het u zwaar gevallen is en dat is het mij ook. Maar dit hoort bij u, ik kan het niet langer dragen. Kijk alsjeblieft vriendelijk naar mij als ik mijn eigen pad ga”. De oude vrouw had niet door dat het doosje weer bij haar terug was. Maar tijdens het schoonmaken viel het ineens van de kast. Het duurde even voor ze het herkende. Toen haar kleindochter op bezoek kwam liet de oude vrouw het doosje zien. Ze vroeg of de oude vrouw er al in gekeken had. Maar de oude vrouw was bang. “Maar misschien zit er wel iets heel moois in” zei de kleindochter. De oude vrouw wilde het doosje niet “neem jij het maar mee” en ze gaf het aan de kleindochter. Maar de kleindochter wilde het niet aannemen “Nee, dit hoort bij u, ik kan het niet voor u dragen” en ze legde het doosje weer terug op tafel en vertrok.

De oude vrouw deed haar best om van het doosje af te komen maar het bleef haar aankijken. Misschien wilde haar zoon het weer voor haar meenemen? Waarom was ze toch zo bang. Uiteindelijk vond ze al haar moed en deed het doosje open. Daar zag ze zichzelf als klein meisje. Het kleine meisje liep op een pad dat kronkelde tussen de groene weiden door. Halverwege het pad stond een schim, het meisje liep er heen. De oude vrouw werd enorm geraakt want de schim leek wel haar man, haar grote liefde. Na al die jaren was hij nog altijd even knap en charmant. Ze had er alles voor over om weer bij hem te zijn. De man kwam dichterbij maar het meisje durfde niet te kijken. Hij strekte zijn hand naar haar uit. Maar ze keek van hem weg. “Mijn lieve kind, ik was niet degene die jij hoopte dat ik zou zijn maar ik heb je gegeven wat ik kon geven. Mijn zege heb je, maak het mooiste van je leven, ik zal hier altijd voor je zijn”. Het kleine meisje deed een stapje naar voren en zakte snikkend op haar knieën. De man legde zijn hand op haar hoofd en zij sloeg haar armen om de benen van de man heen. Ze boog haar hoofd en toen ze uiteindelijk omhoog keek schrok de oude vrouw. Want het was niet haar man die daar stond, maar haar vader.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.